De oude pastorie en het Regthuis
De oude pastorie van Landsmeer en het Regthuis
In 1497 komen we het perceel voor het eerst tegen in de archieven. Op 2 augustus van dat jaar draagt Pieter Witken Jacobszoon een eenvoudige hofstede over aan de kerkmeesters van Landsmeer. Dit gegeven is op te maken uit het Leenregister van Egmond. De overdracht van het perceel moest getoetst worden door de Graaf, daar de hofstede als "leen" toebehoorde aan de "Heerlijkheid van Purmerend".
Gezien de reconstructie van de kadastrale gegevens, is het vrijwel zeker dat het om het perceel gaat waar nu ons gemeentehuis staat, daar de ligging van de hofstede beschreven wordt als "gelegen tegenover de kerk aan de oostzijde van de Gouw of wegsloot". De hofstede wordt verheven tot pastorie en bewoond door de verschillende pastoors van de Landsmeerse kerk.
De geschiedenis bepaalt dat de Noordelijke Nederlanden het katholicisme afzweren en het protestantse geloof zijn intrede doet. 1517 (reformatie) en 1578 (alteratie) zijn in dit verband belangrijke jaartallen.
De oude pastorie “Het Papenhuis” nog met wegsloot en brug. De foto is van 1930
Dat in de 16e eeuw ook in Landsmeer de pastoors verdwijnen, kunnen we zien op de schitterende "predikantenborden" in de Hervormde kerk aan de Dorpsstraat. In 1596 wordt als eerste predikant Ds. Houtmannes beroepen te Landsmeer. Houtmannes en zijn opvolgers gaan, net als de vroegere pastoors, wonen in de pastorie tegenover de kerk.
In 1607 brandt de hooiberg bij de pastorie af en er wordt voor de dominee een schuurtje gebouwd. Dat zal wel nodig geweest zijn, want de bouwkundige staat van de pastorie was slecht. Dat komt o.a. tot uiting in een brief van 1 juni 1645 die Ds. Rijckmannus ten Bern aan de Vroedschap schrijft, waarin hij wederom wijst op de slechte staat van zijn woning. De Vroedschap van Landsmeer buigt zich (wederom) over het probleem, constateert dat hout voor eventuele nieuwbouw duur is en biedt de dominee een bedrag van f1. 50.per jaar extra om elders een betere woning te huren.
In 1647 wordt besloten toch maar een nieuwe pastorie te bouwen. Dat werd het huis dat wij het "Huis van Evers" gingen noemen, toen begin 20-er jaren van deze eeuw de schilder Cornelis Evers Pietersz, het pand kocht.
De laatste dominee, die hier gewoond heeft Was Ds. Prins, die er van 4 april 1807 tot begin 1808 verbleef. Vervolgens komt de woning in eigendom van Jan Kalf, die het Voor f1. 330 Van de kerkmeesters kocht om het nog geen half jaar later, op 20 juli 1808; met een forse winst te verkopen aan Simon Jansz, Goede, die f1. 490,= betaalde!
Simon Jansz. Goede woonde bijna drie jaar in de voormalige pastorie en ook hij werd van de verkoop niet slechter, hoewel er als gevolg van de magere jaren gedurende het Franse bewind Wel enige inflatie was. Op 20 juni 1811 betaalde Petrus Annaeus Amelander maar liefst f1. 650, aan Simon Goede om zich eigenaar te mogen noemen.
In 17 mei 1815 komt voor korte duur de weduwe van de eerder genoemde Simon Jansz. Goede weer in de woning. Neeltje Berg is de volgende bewoonster, zij dreef een winkeltje in het pand. Op 9 april 1838 verkoopt zij het huis aan haar schoonzoon Jacob Brandjes voor een bedrag van slechts f1. 700,.
Daarmee breekt een lange periode aan, ruim 80 jaar, waarin de familie Brandjes het huis in bezit heeft. Achtereenvolgens zijn dat Jacob, Symen en Willem Brandjes. Deze familie heeft een belangrijke rol gespeeld in Landsmeer.
Van Jacob weten we dat hij in 1837 een ommuurde begraafplaats heeft aangelegd bij de Hervormde kerk. Dat was noodzaak, omdat er niet meer in de kerk begraven kon worden.
Zijn zoon Symen Brandjes had een fourage handel in ons dorp. Hij was zeer muzikaal. In zijn huis waren aanwezig een orgel, piano, cello en viool! Als organist begeleidde hij de kerkdiensten in de Hervormde kerk. Zijn zoons, Gerrit, Willem en Jacob waren allen lid van de pas opgerichte Muziekvereniging Amicitia.
De pastorie gefotografeerd in 1926 door Willem Brandjes.
Hij maakte de foto vanaf de net aangelegde Raadhuisstraat.
De laatste Brandjes, die hier woonde, was Willem (geboren 18 juli 1860). Hij was arbeider in het kaaspakhuis van Goede en klokopwinder van het uurwerk in de toren van de Hervormde kerk Maar wij kennen hem vooral in de hoedanigheid van amateur-fotograaf. Vele oude foto's, die de Oudheidkundige Vereniging in haar archief heeft, zijn gemaakt door Willem. Dank zij hem hebben wij nu een goed beeld van Landsmeer en haar bewoners gedurende de eerste decennia van deze eeuw.
Op 28 december 1920 overlijdt Elisabeth Knukkel, de echtgenote van Willem Brandjes. Hij verlaat het huis en gaat inwonen bij zijn zuster, Mietje Alblas Brandjes, Dorpsstraat 16.
Begin 1921 koopt Piet Evers het huis en komt de naam het huis van Evers in zwang. De bouwkundige staat van het pand vraagt voortdurende zorg. Zo weten we dat in het begin van de 40-er jaren de stenen zuidmuur vervangen moest worden door een houten muur. Het huis begon namelijk te verzakken en hout is lichter dan steen.
Op 29 april 1946 wordt het laatste kind in het huis geboren: Bert de Louwer als zoon van Wim de Louwer en Bertha Evers.
In 1951 wordt het 'Papenhuis", gesloopt. De gemeente Landsmeer was ondertussen eigenaar van het pand geworden. Gezien de monumentale waarde worden de sloopwerkzaamheden met de nodige zorg uitgevoerd om latere herbouw mogelijk te maken.
Deze herbouw vindt plaats en in 1953 staat het "Papenhuis" in het Openluchtmuseum te Arnhem. In januari 1970 breekt 's nachts een grote brand uit in het Openluchtmuseum waarbij een vijftal panden verloren gaan. Helaas behoorde ook de Landsmeerse bijdrage aan het museum hierbij. Het ging in rook op en was voor goed geschiedenis geworden.
Op deze plaats treft u nu het huidige gemeentehuis aan. Het oude “Raadhuis” staat aan de overkant en is nu een restaurant. Ook deze plek is er één met geschiedenis. Uit oude leenbrieven blijkt dat er al in 1326 in Landsmeer een parochie was. Vermoedelijk ook op deze plek. De kerk en het voormalige Raadhuis staan op de hoogste plek van het Dorp, ongeveer 80 cm onder Nieuw Amsterdams Pijl. Vermoedelijk is hier de eerste bebouwing op een terp ontstaan. De eerste afbeelding van het “Regthuis” is van 1726 van een onbekende meester.
Het Raadhuis, tevens Rechthuis te Landsmeer in 1726, met de ernaast (links) gelegen herberg “De Vriese Boer”(Nu de “Driesprong”). Aan de rechterzijde de gerechtspaal met het dorpswapen en de ijzeren halsbeugel welke werd gebruikt bij te “pronk” stellen.
De vroedschap had een kamer in de herberg “De Vrieseboer” Daar hield de schout Claes Claesz. zitting, samen met de dorpsregering. Toen de schout in 1621 overleed werd al snel duidelijk dat men behoefte had om een eigen onderkomen te bouwen. In 1621 werd al begonnen met de bouw en een jaar later was het Regthuis in gebruik.
Rond 1860 werd het Regthuis zeer bouwvallig en men besluit om een nieuw Raadhuis te bouwen. Op 21 juni 1870 werd de eerste steen gelegd.
Op 30 mei 1969 werd het huidige gemeentehuis, gebouwd door architect Marius Duintjer, in gebruik genomen.
Op deze gravure van omstreeks 1650 zien we van links naar rechts, herberg De Vriesche Boer, het Regthuis en de kerk met de toren nog aan de goede kant, namelijk naar het westen.
De opening van het nieuwe gemeentehuis op 30 mei 1969.
Het gemeentehuis in zijn huidige vorm
In 1993 kreeg dit gemeentehuis zijn huidige vorm naar een ontwerp van de architect Rudy Uytenhaak.