Luijendijk
In 1588 werd er aan Waterland het octrooi verleend voor het leggen van de achterdichting, de Luyendijk langs het Twiske met twee overhalen.
De Luyendijk was voor Waterland sedert de aanleg in 1589 de achterdichting. Het water het Twiske, vroeger “De Twisk” was en is de bannegrens tussen Waterlanden Kennemerland. De “Twisk” betekent letterlijk “scheiding” of “tussen”. Als u naar de overkant kijkt ziet u het dorp Oostzaan dat tot de banne Kennemerland behoort en tot 1980 eeneigen polderbestuur bezat. Langs het Twiske stonden diverse traan- of prutkokerijen. De eerste traankokerij van Landsmeer, volgens een notariële akte, kwam op 25 juli 1643 in bedrijf.
De traankokerij was van de Amsterdamse kooplieden Piet van Lutsen en zijn broer Jan van Hoorn. De gebroeders moesten jaarlijks 25 gulden aan de Landsmeerse dorpskas betalen. De traan- of prutkokerijen veroorzaakten een grote vervuiling van het oppervlaktewater.
De omliggende dorpen kwamen hiervoor regelmatig in het geweer voor de Hoge Raad, daar werd Landsmeer op 9 mei 1659 in het gelijk gesteld, alleen moest men een vergoeding betalen. Voor elk “kwarteel” (maateenheid) moest een vergoeding worden betaald bij aflevering van 1,5 stuiver, te weten één stuiver voor de armen en een halve stuiver voor schoolgeld.
Gedeelte van de kaart van Leupenius, links in het midden de traan-kokerijen langshet Twiske en nabij de “overhaal” het galgenveld.
Op deze schets van de schilder Salm is goed te zien dat de Luyendijk een geringe omvang had en alleen geschikt was voor wandelaars. Als dijk amper een waterkering, als weg niet bruikbaar. Op de achtergrond nog wat traankok-erijen en we kijken naar het zuiden. Deze prent is van omstreeks 1700.
Later werden ook diverse traan- of prutkokerijen op Oostzaans grondgebied gebouwd aan de westkant van Het Twiske. De grote steden wilden van wege de stank die deze traankokerijen veroorzaakte, ze niet binnen hun grondgebied hebben. Daar de bebouwing in Landsmeer en Oostzaan in die tijd nog niet zo dicht was en de armoede groot, waren de traankokerijen hier meer dan welkom. Een neven industrie waren de lijmkokerijen.Willem Janz Saerdam heeft in 1673 uitgevonden dat er uit walvis-vinken, het overblijfsel van de gekookte walvissspek, lijm gemaakt kon worden. Van deze tak van industrie is echter niet veel bekend. Omstreeks 1790 waren de lijm -, traan - , of prutko-kerijen in zijn geheel verdwenen. De juiste datering ontbreekt. Thans zijn er aan beide zijde, op de plaatsen van het traankokerijen, nieuwe wijken ontstaan en kijkt u nu tegen het talud van de ringweg (A10) rondom Amsterdam
aan.
De Luyendijk sluis
Voor 1834 was er een overtoom (overhaal). Een inrichting waarmee schepen over de dijk werden gezet. In 1834 wordt een houten sluis gebouwd in het Luyendijkje op de plaats waar de overhaal was. In 1905 wordt het houten huisje gesloopt en er wordt een nieuw stenen huis gebouwd. In 1907 wordt ook de houten sluis vervangen door een van baksteen gemetselde sluis. Deze sluis doet nog steeds dienst. Anna Westerveld werd in 1894 geboren en groeit op bij haar grootouders op het sluisje. In 1913 trouwt Anna met Pieter Onrust en worden ze in 1915 de sluiswachters. De familie Piet en Anna Onrust zijn bijna 70 jaar sluiswachter op deze sluis geweest. In 1983 zijn Anna en Pieter, allebei 89 jaar oud, 70 jaar getrouwd. Gré Buijs-Onrust, hun dochter Grietje, wordt nu de sluiswachter. In 2009 wordt Gré Buijs door het Hoogheemraadschap van haar taak ontheven. Zij was de laatste sluiswachter op de Luyendijk. In 2010 is de sluis geheel geautomatiseerd.
Een geschilderde
impressie van de houten
sluis omstreeks 1840
Een foto van omstreeks 1901. Op de foto de familie Wals. De sluis is nog steeds van hout. In de schuit Cor Wals Jr.. Op de kant: Antje Wals-Vos - Anna Westerveld en Cor Wals Sr..
Het galgenveld
Het galgenveld van Landsmeer was ooit gevestigd in de directe omgeving van Buiksloot en wel op de hoek van Buiksloterringdijk en de Kercker (een vaarverbinding tussen Landsmeer en Buiksloot). Daar het galgenveld nogal overlast (stank) veroorzaakte bij enkele “plezierplaatsen” aan de overzijde van de Trek- en Jaagweg, dus in de Buikslotermeer, werd in 1713 besloten om de galg te verplaatsen naar een terrein aan “Het Twiske” nabij de “overhaal”, nu het sluisje. Op 7 juni 1714 vond de eerste terechtstelling plaatst. Er werd een jongeman, wegens diefstal, vele malen gepleegd, met de “koorde” bestraft en gehangen tot de dood er na volgt.